De positieve toon van de ATC-vergadering werd na de bekendmaking van de poolprijs voortgezet in de presentatie van Dick Zelhorst, directielid bij Aviko en verantwoordelijk voor Agro en Supply.

Hij schetste een ronduit positief perspectief voor zowel de aardappelteelt als voor Aviko. Dat optimisme vindt zijn grondslag in diverse factoren. Alvorens die te benoemen ging Zelhorst in op de effecten van de hyperinflatie die de markten momenteel in z’n greep houdt. Die hyperinflatie is primair veroorzaakt door Covid-19 en de oorlog in Oekraïne en heeft effect op veel factoren die een rol spelen bij de aardappelteelt en -verwerking. Denk aan de prijzen van kunstmest, transport, energie, verpakkingsmateriaal en (frituur)olie en de schaarste van personeel. De inflatie lijkt nog niet op z’n hoogtepunt, waarbij de gascrisis voor de grootste onzekerheid zorgt. Op het boerenerf manifesteert die inflatie zich in een kostprijs die 35% hoger ligt dan in 2017. Vooral de kosten voor bemesting, GBM, bewaring en mechanisatie stegen fors. Ook de explosief gestegen graanprijzen zorgen voor opwaartse druk op de contractprijzen. De inflatiefactoren hebben bij Aviko zelf al gezorgd voor een kostenstijging van meer dan 30%.

Markt blijft groeien

Tegenover deze kostenstijgingen staat dat Aviko de verkoopprijzen voor friet en overige producten fors heeft kunnen verhogen. Overigens was die stijging al begonnen voor de Oekraïne-oorlog. De wereldwijde afzet van aardappelproducten heeft zich de afgelopen jaren veerkrachtig getoond. Verstoringen als de financiële crisis rond 2010 en Covid-19 zorgden wel voor tijdelijke dips maar over de jaren heen bleef een sterk stijgende trend bestaan. “Aviko kan op dit moment de vraag niet volledig aan”, illustreerde Zelhorst. Als oorzaken voor de groei noemt hij de veranderende eetgewoonten in o.a. Azië en de trend om steeds vaker buitenshuis te eten. Ook de groei van het ‘home delivery’ segment is een factor van belang.

Ramingen van de wereldwijde marktomvang van diepgevroren aardappelproducten laten zien dat die een alsmaar stijgende lijn vertoont. Alleen al in de EU-4 is voor de voorspelde groei in 2030 zo’n 3 miljoen ton meer aardappelen nodig dan de begrote verwerking in 2022. De positieve geluiden gelden ook voor de snackmarkt waar Rixona actief is.

Gunstige positie

Die voorziene groei stelt de aardappelverwerkende industrie wel voor een aantal uitdagingen zoals een gelimiteerde productiecapaciteit en een stagnerend areaal. “Er is de laatste jaren wel veel bijgebouwd maar in Rusland wordt deze capaciteit weer gesloten”, vertelde Zelhorst. “En veel geplande investeringen worden de komende jaren uitgesteld of geannuleerd wegens kostenstijgingen, materiaal- en personeelstekorten en milieumaatregelen.”

In dit landschap is Aviko blij met de nieuwe fabriek in Poperinge. Komend najaar draait deze fabriek op het juiste moment op maximale capaciteit. De grote vraag is uiteraard waar de aardappelen voor die fabriek vandaan moeten komen. “Het is geen toeval dat de nieuwe fabriek op de grens van België en Frankrijk staat”, zo legde Zelhorst uit. In Frankrijk ziet hij ruimte, niet alleen in de bouwplannen van de Franse akkerbouwers, ook al is de concurrentie van granen toegenomen, maar ook omdat de belangstelling bij veel Franse telers aan het verschuiven is van tafel- en exportaardappelen naar frietaardappelen. Ook in Duitsland is volgens Zelhorst nog ruimte voor uitbreiding van de teelt. In zowel Nederland als in China investeert Aviko de komende jaren in meer vlokkencapaciteit en in Polen wordt extra diepvriescapaciteit bijgebouwd.

Uitdagingen en toekomstagenda

Waar de toekomstperspectieven voor de aardappelteelt en –verwerking dus positief zijn, zijn tegelijkertijd ook andere krachten actief. Zo staat de wereldvoedselvoorziening onder druk door o.a. weersextremen en structuele klimaatfactoren. En initiatieven als de Farm to Fork strategie van de EU zullen door hun impact eerder tot lagere dan hogere opbrengsten leiden. Sowieso worden duurzaamheidsfactoren belangrijker. “Verduurzaming wordt een license to produce”, stelt Zelhorst. “Maar dat biedt ook kansen, bijvoorbeeld door het opbouwen van een kennisvoorsprong.”

Aviko Potato heeft voor de komende jaren een uitdagende Agro-agenda, hield Zelhorst zijn gehoor voor. Naast de uniformering van inkoopvoorwaarden en kwaliteits- en tarrabepalingen, wil het bedrijf fors investeren in de opbouw van meer aardappel-expertise. “Denk daarbij aan onderzoek naar robuuste rassen maar ook aan onderbouwing en monitoring van de kostprijsontwikkeling en kennisontwikkeling op het gebied van verduurzaming. We willen de teler ondersteunen en faciliteren bij de verduurzaming, bijvoorbeeld via Groeikracht en pilotbedrijven.” Bij de contractprijzen is kostprijs-plus het uitgangspunt voor Aviko Potato. “De aardappelteelt in de EU blijft interessant voor u als teler. Onze samenwerking heeft zeker perspectief”, besloot Zelhorst