Bij de start van een nieuw teeltseizoen moet alle aandacht gericht zijn op een juiste behandeling van het pootgoed. Uit het ketenproject pootgoed lijkt dat opkomstproblemen in gelijke mate worden veroorzaakt door enerzijds de kwaliteit van de pootgoedpartij zelf en anderzijds alle behandelingen die het pootgoed in de keten ondergaat na de verlading bij de pootgoedteler. Oftewel: ook in het traject na het pootgoedbedrijf kunnen nieuwe klachten ontstaan of bestaande klachten verergeren.

In het ketenproject wordt in 2021 gewerkt aan het verder praktijkrijp maken van een stresstest. Het doel is om hiermee slechte pootgoedpartijen vroegtijdig te onderscheppen en niet uit te leveren.  Omdat 50% van de opkomstproblemen wordt veroorzaakt door transport en/of de behandeling van het pootgoed bij de consumptieteler kan de consumptieteler dus ook zelf bijdragen aan het voorkomen van pootgoedklachten. Met onderstaande tips kunt u het risico van een slechte opkomst verkleinen en de kans op een geslaagde consumptieteelt vergroten.

TIP 1: Afroepen op het juiste moment

De afgelopen jaren heeft Aviko Potato benadrukt dat u het pootgoed tijdig afroept. Tijdig betekent afgestemd op de verwachte plantdatum en uw bewaarfaciliteiten voor het pootgoed. Voorkom te vroege aflevering, tenzij u op uw bedrijf voldoende mogelijkheden heeft voor een goede bewaring van het pootgoed.

TIP 2: Controle bij ontvangst

Bij ontvangst van uw pootgoed is het raadzaam om de kwaliteit en sortering te beoordelen. Dat geldt natuurlijk ook als u afhaalt rechtstreeks bij de pootgoedteler.

In onderstaande tabel staan enkele maximale toleranties vermeld voor klasse A (normen partijkeuring pootaardappelen NAK). Sommige normen zijn maatafhankelijk. Kijk voor de zekerheid in de NAK-normen.

Ziekten en gebreken

Maximale tolerantie

Natrot, droogrot en phytophthora

Sporadisch (1 knol per 250 kg)

Inwendige gebreken

Totaal van glazigheid, necrotische vlekken, holle knollen en blauw/drukplekken mag niet meer dan 6% zijn

Hardgroene knollen

28/45: 25 knollen per 50 kg en >45: 15 knollen per 50 kg

Rhizoctonia (ongewassen)

Maximaal 25% licht aangetast (PB, S en SE max. 10%)

(Matig of zwaar aangetaste knollen tellen mee bij uitwendige gebreken)

Gewone schurft en poederschurft

Maximaal 1/8 van de oppervlakte (fotoschaal PD 2,5)

Zilverschurft

Geen slappe of sterk gerimpelde knollen

Totaal ziekten en gebreken

28/45: 6 knollen per 50 kg en >45: 4 knollen per 50 kg

Kiemen

Niet meer dan 2 cm lengte

Maatsortering

Maximaal 2% van het gewicht in de bovenmaat

Maximaal 3% van het gewicht in ondermaat

Bron: www.nak.nl

Voldoet de partij niet aan de normen geef dit dan direct door aan uw buitendienstmedewerker. Los (of laad, bij ophalen) de vracht dan niet. Wanneer in onderling overleg wordt besloten tot een expertise komen de kosten voor rekening van de verliezende partij. Als de expertise wordt gewonnen zijn de kosten dus voor de NAK, anders voor de ontvangende teler.

TIP 3: Zelf bewaren

Wanneer u het pootgoed ruim voor de plantdatum ontvangt, is het belangrijk om de partij na ontvangst goed te bewaren. Een goede opslag kan veel narigheid kan voorkomen. U heeft daarmee zelf voor een groot deel de slagingskans van uw teelt in handen. Let op de volgende zaken:

  • Beperk bij het (ver)laden de valhoogtes en pas eventueel wondheling toe.
  • Probeer het pootgoed koel (bij 7 tot 10 C en stabiele temperatuur), droog en vrij van condens te bewaren. Bacteriën gedijen immers het beste in vochtige omstandigheden.
  • Bewaar het pootgoed bij voorkeur in kisten. Bewaring in big bags, kippers, losgestort, zonder ventilatie, etc. is vragen om problemen. Niet elke partij kan daartegen; dat is inmiddels ook experimenteel bewezen in het ketenproject.
  • Voorkom kieming en daarmee de noodzaak voor afkiemen. Afkiemen is een extra handeling met kans op verspreiding van problemen. Als u afkiemt doe dit dan minimaal 7 dagen voor het poten en zorg voor wondheling.

TIP 4: Knolbehandeling en rhizoctonia

Indien het pootgoed niet behandeld is overweeg dan eventueel een knolbehandeling tegen rhizoctonia, fusarium en zilverschurft.

  • Voor een optimale knolkwaliteit is het belangrijk om bij de toepassing de knol zo goed mogelijk met het middel te bedekken.
  • Pas op voor een te hoge dosering en droog het pootgoed weer snel. Als u een hoge rhizoctoniadruk vanuit de grond verwacht, dan is alleen een pootgoedbehandeling niet voldoende. Aanvullend op de pootgoedbehandeling is dan nog een rijenbehandeling aan te bevelen. Raak daarbij de poter niet.
  • Als u zelf niet de faciliteiten heeft om pootgoed te bewaren en/of te behandelen is gebruik van pootgoed via De Kubbe uiteraard ook een goede oplossing. Uw pootgoed ligt daar goed geconditioneerd en wordt bij ontvangst gewassen en ontsmet. Er kunnen verschillende middelen worden in gezet om een juiste knol behandeling toe te passen.

TIP 5: Poten

Ter voorbereiding van het poten zijn de onderstaande aandachtspunten van belang:

  • Voor een vlotte opkomst is het belangrijk dat het pootgoed "wakker" is ten tijde van het poten, d.w.z. dat er witte puntjes zichtbaar zijn. Zo niet, dan bestaat het risico dat de periode tussen planten en opkomst te lang wordt, wat kan leiden tot een onregelmatige stand door bijv. rhizoctonia.
  • Het is altijd aan te bevelen om pootgoed niet koud (direct uit de koeling) in de grond te stoppen. Laat de knollen 7 tot 10 dagen acclimatiseren. Telers die het pootgoed een poos zelf bewaren, moeten het dus minimaal een week van tevoren uit de koeling halen.
  • Dezelfde termijn geldt voor het afroepen van het pootgoed; doe dat minimaal 7 tot 10 dagen voor het poten. Warm het pootgoed zover op dat er ten tijde van het poten geen condens meer op de knollen slaat.
  • Poot niet in te koude grond. De grondtemperatuur moet minimaal 8 graden zijn. Anders duurt de opkomst te lang en kunnen ziekten zoals Rhizoctonia eerder toeslaan. Bouw de rug dusdanig op dat er voldoende lucht in de rug zit en verslemping wordt beperkt.
  • Denk bij het poten ook aan de juiste snelheid. We zien regelmatig percelen waar knollen missen doordat er te hard gereden is.
  • Bereken de passende pootafstand aan de hand van het aantal knollen per kg wat u telt in het pootgoed. Uitgangspunt daarbij is dat u de bedoelde pootgoedhoeveelheid per ha uitpoot en de pootafstand aan de hand van het aantal knollen/kg aanpast.
  • Poot de verschillende pootgoed herkomsten apart van elkaar en noteer waar u welke herkomst poot. Alleen dan kunnen klachten in behandeling worden genomen.