Bij de huidige lage buitentemperaturen is de verleiding groot om aardappelen snel te koelen. Marten Scheepsma waarschuwt telers om hier behoedzaam mee om te gaan. “Bij partijen met rot moet je ventilatiemogelijkheden houden. En temperatuurschommelingen kunnen de kwaliteit negatief beïnvloeden.”

Marten Scheepsma ziet in de praktijk dat veel  aardappelen in goede conditie in de bewaring liggen. “Maar," zo waarschuwt hij, "ik zie ook regelmatig partijen waar een beetje rot in zit.” De oorzaak van de rotte knollen varieert volgens Marten. “Soms is het Phytopthora, soms zijn het glasknollen, maar ik zie ook Pythium en roodrot.”

bewaring 1Niet te snel koelen

Telers die te maken hebben met rot in de partij doen er volgens Scheepsma goed aan om de aardappelen niet te snel te koelen. “De verleiding is groot bij de huidige lage temperaturen, maar als je te snel koelt, worden de mogelijkheden om te kunnen drogen minder. En bij partijen met rot is het juist belangrijk dat je regelmatig ventileert om vocht af te voeren.”

Eindtemperatuur in december

Volgens Scheepsma is een koeltempo van 0,1 tot maximaal 0,2 graad per dag meer dan voldoende om een partij met “met het seizoen mee” naar een lagere temperatuur te draaien. “Voor deze tijd van het jaar is 9 a 11 graden een mooie temperatuur. Als je in de loop van december de eindtemperatuur bereikt, is dat prima.” Die eindtemperatuur hangt uiteraard af van het moment van afleveren. “Partijen die nog in 2018 worden afgeleverd hoeven niet kouder dan 9 graden”, adviseert Scheepsma. “Bij aflevering in het eerste kwartaal is 8 graden een mooie eindtemperatuur. De langbewaarders kunnen streven naar 7 graden.”

Voorkom temperatuurschommelingen

Overigens adviseert Scheepsma om ook bij de lagere eindtemperaturen en partijen zonder rot niet te snel te koelen. “Breng de temperatuur geleidelijk terug. Bij temperatuurschommelingen bestaat namelijk het risico dat je de knollen ‘wakker’ maakt. Dat kan leiden tot kieming en gewichtsverlies.” Tot nu toe lijken de problemen met kieming mee te vallen, weet Scheepsma. “Er is over het algemeen meer met MH gespoten en daarnaast zie je dat telers eerder zijn begonnen met gassen. Dat is een goede zaak.”

Condens voorkomen

Een laatste punt waar Marten de telers op wil attenderen is condensvorming. “Ik zie regelmatig partijen met condens in de bovenste laag aardappelen. Dat moeten de telers absoluut zien te voorkomen want vrij vocht kan in de bovenlaag leiden tot kieming.” Scheepsma adviseert telers om regelmatig intern te ventileren of, indien aanwezig, de condensventilatoren te gebruiken. Ook frequente inspectie van de partij is aan te bevelen. “De bewaarcomputer vertelt je niet of er condens in de partij zit.”