Na een telefoonrondje langs de leden van de Aardappel Telers Commissie (ATC) wordt duidelijk dat het vooral de neerslagverschillen zijn die bepalen hoe het voorjaar verliep en hoe de gewassen er nu bij staan. Het is een uitzonderlijk voorjaar met grote verschillen.

Kopie van Header NB juni 2018

Telefoonrondje ATC-leden over stand van zaken 28/29 mei 2018

“Alleen op percelen waar alles klopte, staan de aardappels er nu mooi en egaal op”, vat Jacob Branderhorst de situatie in zijn gebied (West-Brabant) samen. Op veel percelen die rond half april waren gepoot, heeft de neerslag van eind april flinke sporen getrokken. “Plaatselijk zijn stukken overgepoot omdat de poters verstikt waren en er zijn veel percelen met een onregelmatige stand. En afgelopen weekend was het ook weer raak.”

Daar kunnen ook andere ATC-leden over meepraten. In Drenthe en de Veenkoloniën zijn lokaal forse neerslag-extremen gemeld. Roelof Jan Wollerich vertelt dat afgelopen weekend plaatselijk in een mum van tijd rond de 50 millimeter viel. Meldingen van ondergelopen aardappelpercelen kwamen onder andere uit Borger en omstreken. “Het wrange is dat een paar weken geleden grofweg hetzelfde gebied tussen de 40 en 100 millimeter kreeg te verwerken”, zegt Wollerich. “Er zijn ook stukken overgepoot en de verzopen plekken laten duidelijk schade zien. Bij dit soort neerslaghoeveelheden loopt elk kommetje vol en krijg je problemen.”

Richting Hoogeveen en Noord-Overijssel is het juist weer droog. Naast de weersextremen noemt Roelof Jan ook de enorme spreiding van het voorjaarswerk. “Er zijn nog mensen bezig met voor-opkomst bespuitingen in aardappelen terwijl op andere percelen de eerste phytophthora-bespuitingen zich aandienen.”

Flodderige stand

Ook in Noord-Holland heeft het weer zich dit voorjaar van z’n grillige kant laten zien. “We hebben hier twee keer extreme buien gehad; de eerste keer eind maart en de tweede keer eind april”, meldt Jan van Kempen vanuit de Beemster. Vooral de akkerbouwers die kort voor de tweede regen hadden gezaaid of gepoot hebben daar last van gehad. “En nu is de grond hier kneiterhard”, vervolgt van Kempen.

Zijn gewassen kunnen wel weer een buitje gebruiken. Zijn eerste aardappels staan net boven en hij is nog aan het frezen. Het algemene beeld van de gewasstand beschrijft Jan als ‘flodderig’. “Je ziet elk structuurplekje”. In de kop van Noord-Holland zijn telers iets eerder het land op gegaan en zijn de verschillen in gewasstand relatief groot, volgens van Kempen. De Haarlemmermeer zijn extremen bespaard gebleven.

Ook in Oost-Brabant en Limburg is de stand van zaken niet met algemene kreten te vangen. Bij Marcel van Lier (Midden-Limburg) staat alles er netjes bij en zijn er geen problemen maar telers in het zuiden van die provincie kregen afgelopen weekend de volle laag. Zelf was van Lier tot eind vorige week nog aan het beregenen maar dat is niet meer nodig. “In Noord-Limburg wordt nog wel beregend”, weet van Lier. Wat het voorjaar voor hem vooral bijzonder maakte was dat hij begin mei nog aan het poten was. “Dat was me nog nooit gebeurd.”

Twee keer blank

In de omgeving van Jos Derks (Volkel, Oost-Brabant) is afgelopen weekend overal wel wat neerslag gevallen (2 tot 30 mm) maar extremen bleven uit. Richting Den Bosch is het een ander verhaal. “Daar hebben percelen al twee keer blank gestaan en is het mooie er af. Hier moet niet nog een tegenslag gebeuren.” In z’n algemeenheid ziet Jos de minste problemen op vroeg gepote of gezaaide percelen. “Waar al een fors gewas staat, kan de grond meer opnemen.” Wat Derks verder opvalt is dat gewasvolgordes afwijken van normaal. “De mais is vroeg en de bieten zijn laat. De aardappels zitten er tussen in.” Die aardappels heeft hij ook al twee keer gespoten tegen phytophthora. Maar er zijn in zijn gebied ook percelen waar de aardappels nog boven moeten komen.

Net als andere ATC-leden meldt Derck Hulshoff dat de gewassen in zijn omgeving de grond uit knallen. Hij staat op het punt zijn pootaardappelen te beregenen. “Het is hier in de Achterhoek kurkdroog. Ik had greppels gefreesd maar dat was tot nu toe niet nodig.” Hulshoff kan goed zien dat het de warmste meimaand ooit is. “Het groeit zo hard dat we al op bijna alle percelen kunnen selecteren. Op sommige percelen hebben we al vijf keer tegen luizen gesproten en ook de onkruidbespuiting in de mais was zeer vroeg.” Wat de luisbestrijding betreft heeft hij nog wel een tip voor de consumptietelers: “Ik verwacht een stevige virusdruk en daarom denk ik dat een luizenbespuiting in consumptie dit jaar wel uit kan.”

Problemen door kieming

In Flevoland tenslotte zijn weersextremen uitgebleven. Wel was het pootseizoen met zeven weken erg lang; het liep door tot in mei. Binnen de provincie bestaan flinke verschillen in hoeveelheid neerslag maar over het algemeen staan de gewassen er prima op. “Het groeit hier heel hard” vertelt Hilchard Waalkens in Lelystad en ook Andre Broeze in Dronten wil niet klagen. “Het was geen echt vroeg voorjaar maar door de hoge temperaturen staan de gewassen heel snel boven.” Het enige minpuntje dat hij kan bedenken is het onkruid in de aardappels. “Dat groeit heel hard. En we hebben door droogte niet de beste omstandigheden gehad voor de bodemherbiciden.”

Bij Henk Meijer in Zuid-Flevoland daarentegen kwamen de buien eigenlijk elke keer precies op tijd om herbiciden en kunstmest hun werk te laten doen. “De gewassen staan er gemiddeld perfect op”, meldt hij. Tussen poten en frezen viel ook genoeg waardoor een prima uitgangspositie is ontstaan. Wat Meijer wel zorgen baart zijn de hoge (nacht)temperaturen. “ Er liggen in ons gebied nog veel aardappelen in de bewaring. De temperatuur loopt op en kieming begint voor problemen te zorgen. Er zijn zelfs al afkeuringen geweest.”

Naschrift: sinds dinsdagavond 29 juni is op veel plaatsen weer neerslag gevallen. De ATC-leden meldden hoeveelheden die varieerden van 2 tot 40 mm.