“Het is geen straf om naar De Kubbe te gaan”, lacht akkerbouwer Albert Lubberink uit Zeewolde. Vorige week haalde hij 43 ton Agria pootgoed bij het opslag- en wasbedrijf in Biddinghuizen. “Als je ziet hoeveel aardappelen daar omgaan en hoeveel mensen er komen, dan kan ik alleen maar mijn pet afnemen. Het is gewoon prima georganiseerd.”

Lubberink heeft al jaren de gewoonte om z’n pootgoed op tijd op te halen. “Ik heb gelukkig de gelegenheid om ze zelf op te slaan. In mijn schuur wordt niet gegast en ik kan ze kwijt in een lege graancel die op tijd leeg was en waar ik kan ventileren.” Voordat Lubberink er met trekker en kipper op uitgaat om z’n poters te halen, gaat hij bij De Kubbe langs om een partij pootgoed te selecteren. “Ik heb mijn poters het liefst van één telernummer”, zegt Lubberink. “En als je op tijd bent, valt er ook nog wat te kiezen.”

Vlotte afhandeling

Over de afhandeling bij het ophalen is Lubberink prima te spreken. “Ik vind dat het altijd heel soepel verloopt. Er komt toch nog behoorlijk wat administratie bij kijken en er mag niks fout gaan. Ik vind dat knap.”  Omdat het ophalen op afspraak gaat, ervaart Lubberink ook geen storende wachttijden. “Ach, dat is misschien eens een kwartiertje, maar dat vind ik geen probleem. Je maakt een kletspraatje met collega’s en bij de weegbrug staan de paaseitjes klaar. Het is toch ook een beetje een sociaal gebeuren.”

Theater in schuur

Over een paar weken hoopt Lubberink z’n pootgoed aan de Zuid-Flevolandse klei toe te vertrouwen. “Maar de uien en de bieten gaan voor”, zegt hij stellig. De oogst van afgelopen jaar heeft hij al afgeleverd. Dat is vroeg voor zijn doen. “Tien jaar terug moest ik verplaatsen vanwege de plannen voor het Oostvaarderswold. Ik heb 10 jaar op twee kavels geboerd en ondertussen hier een nieuwe schuur gebouwd. Maar op 1 februari moest ik de oude gebouwen leeg opleveren”, legt Albert uit. Op de nieuwe locatie is vorig jaar een nieuw woonhuis verrezen en in de schuur heeft hij, naast de gebruikelijke bewaarcellen en werkplaats, ook theater “Hoeve Karree” ingericht waarmee hij plaatselijk wereldberoemd is.  “Ik heb plek voor 80 man en een vergunning voor vijf voorstellingen per jaar”, glundert Lubberink. “Dat theater is mijn lust en mijn leven. Er is meer in het leven dan boeren.”