In de praktijk zijn de verschillen in bakkleur tussen partijen Innovator uit bewaring groot. Uit een vergelijkend onderzoek van Aviko Potato blijkt dat het bewaarregime daar een belangrijke oorzaak van is. Vaak liggen verbeterpunten binnen handbereik van de telers.

aviko potato bewaring innovatorVan oogst 2018 zijn 30 partijen Innovator aardappelen gevolgd. Naast de partij in de bewaring van de teler werd ook een monster uit diezelfde partij in de bewaarcel van Aviko Potato opgeslagen. Van al deze partijen is informatie verzameld over groeiomstandigheden, de snelheid van inkoelen, de bewaartemperatuur en temperatuurschommelingen tijdens bewaring. Zo is het effect op de bakkleur vastgesteld van:

  • bewaring op 6 °C en 8 °C (tot in juni)
  • inkoelsnelheid van 1,25 °C en 2,5 °C per week
  • zeer snel inkoelen naar 4 °C en 6 °C
  • temperatuurwisselingen
  • teeltomstandigheden en -maatregelen

Bij uitschuren zijn alle partijen beoordeeld op bakkleur. Uit het onderzoek komen de volgende oorzaken duidelijk naar voren:

Het effect van groeiomstandigheden

Stress tijdens de teelt verhoogt de kans op een slechte bakkleur. Ook al vindt de bewaring ‘volgens het boekje’ plaats. De beschikbaarheid van voldoende mineralen én water verlagen de  stress tijdens de groei. Het effect van beregening op bakkleur is overduidelijk: te laat beginnen met beregenen en onvoldoende beregenen tijdens de teelt geeft een minder goede bakkleur. Een knol met een te laag mineralengehalte versuikert ook eerder. Het advies is dan ook om, in combinatie met de bodemvoorraad, voldoende te bemesten en op tijd te beginnen met beregenen.

Het effect van het bewaarregime

Knollen moeten de eerste weken in bewaring ruim de tijd krijgen voor een goede wondheling. Daarna is het advies om rustig en geleidelijk in te koelen (maximaal 1,25 °C per week). Sneller inkoelen leidt tot een slechtere bakkwaliteit. Voor afleveren tot mei is een bewaartemperatuur van 7,5 °C tot 8 °C het beste. Ook onderin de partij. De bakkleur blijft dan constant tot het verouderingsmoment van de knollen.

Bij een lagere bewaartemperatuur treedt continue versuikering (verslechtering van de bakkleur) op. Een temperatuurfluctuatie binnen het bereik van 6 °C tot 8 °C is niet direct schadelijk zolang dit de kieming niet stimuleert. Fluctuaties onder de 6 °C komen in de praktijk óók voor en zijn wél nadelig voor de bakkleur.

Het effect van kiembeheersing

Kiemremming (timing en hoeveelheid), bewaartemperatuur, temperatuurfluctuatie, condens/RV én stress tijdens de groei beïnvloeden de kiemrust negatief. Hoe eerder het kiemingsproces op gang komt, hoe eerder de bakkwaliteit afneemt. Verschillen in bakkleur tussen het gebruik van CIPC (eventueel in combinatie met MH) en 1,4SIGHT zijn niet vastgesteld.

Conclusie: teler heeft invloed

Door goed te sturen op de factoren die de bakkleur beïnvloeden, kan een teler de kans op een slechte bakkleur bij Innovator aanzienlijk beperken. Daarmee heeft de teler de bakkleur voor een groot deel zelf in de hand. Het advies is om samen met de buitendienstmedewerker kritisch naar de eigen bewaring te kijken.