Voorzitter Alain Dequeker van de aardappeltelers-organisatie PPA, de Franse tegenhanger van de ATC, doet er niet geheimzinnig over: “De aardappel is heel belangrijk voor ons, vooral in Hauts-de-France waar twee derde van alle Franse aardappelen groeien. Het biedt ons ruimte voor een vruchtwisseling met granen en suikerbieten.”

PPA DequekerAardappel is een strategisch gewas en het bevordert investeringen in boerderijen door investeringen in apparatuur en opslaggebouwen. Bovendien levert het volgens Dequeker meerwaarde voor de telers nu de suiker steeds onzekerder wordt.

Is er ruimte om de aardappelteelt uit te breiden en zijn de telers bereid om daarin te investeren?

“In onze regio, de Haut-de-France, telen we meer dan 85.000 hectare. Uitbreiding is mogelijk naar het zuiden, in Artois-Cambresis, in Picardië en tot aan Seine-Maritime. Het is vruchtbare grond, geschikt voor de aardappelteelt. De vraag op de versmarkt is gedaald waardoor er nieuwe teeltruimte ontstaat voor de verwerkende industrie. Als de huidige versmarkt van 2,5 miljoen ton 3% krimpt, dan biedt dat ruimte voor 70.000 ton nieuwe aanvoer voor de industrie. Daar staat tegenover dat de jaarlijkse groei in areaal met 3% die we realiseren, de verwerkers ook 200.000 ton extra grondstof oplevert. Deze groei zal toenemen als de aardappelteelt zo aantrekkelijk blijft als die nu voor ons is.”  

Heeft de Franse aardappelteelt in verhouding tot Nederland, Duitsland of België een concurrentievoordeel voor de verwerkende industrie?

“Franse aardappelen hebben meer droge stof. Het rendement van de verwerkingen is daardoor hoger. Meer eindproduct met minder grindstof. Daarnaast sluit de kwaliteit van onze aardappelen aan op de wensen van de industrie en weten we de kwaliteit nog steeds te verbeteren. En met beregening kunnen we de kwaliteit en opbrengst goed sturen. De gunstige infrastructuur in Frankrijk biedt de industrie mogelijkheden om ervan te profiteren. Onze afzetkansen kunnen echter ook beïnvloed worden door groei van areaal in België en Nederland.”

 Aviko Potato maakt deel uit van de Nederlandse coöperatie Cosun. Welk voordeel verwacht u daar de komende jaren van?

 “Aviko is de grootste Nederlandse, Europese en de op drie na grootste producent ter wereld. Een wereldleider dus. Met die partij werken wij samen op basis van kwaliteit, het concept van partnerschap, de coöperatieve cultuur en een visie op duurzaamheid. We kennen elkaar sinds 2013 en hebben intensief overleg. Opvallend is de transparantie in de samenwerking. Met de ​​oprichting van de telers-associatie PPA creëren we de uitwisselingen van kennis en informatie. Wat Cosun betreft: het is een garantie voor financiële zekerheid, betrouwbaarheid en succesvolle diversificatie. Voor de toekomst zal dat een prima basis zijn voor een win-win relatie tussen telers en afnemer.” 

Voor oogst 2018 heeft u ervaring opgedaan met een fictieve pool, een nieuwe vorm van aardappelcontract voor jullie. Welke voordelen biedt dit systeem jullie?

“We zagen de afgelopen jaren grote verschillen tussen telers. Daarom wilden wij de vaste prijs volumes verlagen en de  volumes per hectare verhogen. Om aan deze dubbele eis te voldoen, kwam Aviko met een pool-contract. Daar zijn wij blij mee. Het vereist van ons dat we bewust met de markt bezig moeten zijn en dat we de pool moeten leren waarderen. Met oogst 2018 ‘trainden’ we daarom met een fictieve pool. We realiseerden een gemiddelde prijs van € 250 tot € 300 per ton. Dat ligt in lijn met de gemiddelde marktprijs van het lopende jaar. Voor oogst 2019 gaan we ‘echt’ van start met onze pool. Het is nu aan ons om hier succesvol mee te zijn.”

Zijn er nog andere dingen die u zou willen delen met uw Nederlandse aardappeltelers?

“Wij kunnen nog veel leren van onze Nederlandse collega's. Zij hebben heel veel bereikt met aardappelen. Maar Frankrijk is ‘het andere land van de aardappel’ aan het worden. Frankrijk staat ook bekend als een land dat winstgevende industrieën, zoals de aardappelverwerking, ondersteunt om zich door te ontwikkelen. En de telers faciliteren het gewenste aanbod met aangepaste rassen. Ja…, wij zijn zeker anders dan Nederlanders, maar de aardappel verenigt ons. Samen zijn we toonaangevend in het Europa van vandaag.”