Het is dit seizoen een hele uitdaging om de gewenste frietkwaliteit te realiseren. Groeischeuren, blauw en holle knollen drukken een stevig stempel op de kwaliteit van de grondstof. Desondanks houdt Aviko de kwaliteit van het eindproduct op peil. “We kunnen nog steeds maken wat we moeten maken”, vertelt Jorrit Leensen, hoofd van de Kwaliteitsdienst van Aviko Potato, “Maar het kost flink meer moeite dan andere jaren.”

“Elk ras heeft zo z’n eigen specifieke problemen”, vertelt Jorrit. Hij ziet elk bewaarmonster voorbij komen en stelt voor elke partij een pre-advies op over de gebruiksmogelijkheden. “In Fontane en Agria zitten relatief veel groeischeuren, Innovator valt op door de problemen met blauw.” Voor Leensen is het de uitdaging om bij elke partij het juiste eindproduct of halffabricaat te vinden. “We moeten er dit jaar nog scherper op zijn voor welk gebruiksdoel een partij geschikt is. We doen ons stinkende best om het maximale uit elke partij te halen. Dit vraagt op veel punten in het proces extra inspanningen.”

Flexibiliteit teler

Het is dit seizoen dus van extra groot belang dat de juiste keuze worden gemaakt voor de verwerking van een partij tot een geschikt eindproduct. Bij partijen met meer defect is soms ook flexibiliteit van de teler nodig. Leensen: “Het duurt soms wel even voordat we een kwaliteit friet moeten draaien waar de partij van de teler bij past. Hij moet dan langer wachten voordat hij kan afleveren. Of we kunnen minder vrachten per dag ophalen om de tijd tussen laden en verwerken te minimaliseren. Zo voorkom je dat er extra blauwverkleuring optreedt.” Over het algemeen reageren telers begripvol op dit soort keuzes”, meldt Jorrit.

Selectie-instrumenten

Eenmaal in de fabriek hebben de operators ook nog de nodige instrumenten om een partij te laten voldoen aan de gewenste specificaties. In sommige productielijnen kan van knollen met veel blauw de kop af worden gesneden. En ook met de instelling van de “frietschieters” kunnen veel ongerechtigheden worden verwijderd. De juiste afstelling van deze machines is dus van wezenlijk belang voor de fabriek. “We zoeken bijna dagelijks de grenzen op van de mogelijkheden van deze machines”, vertelt Leensen.

Overigens is het echt niet alleen kommer en kwel in de wereld van de frietproductie. “De onderwatergewichten zijn over het algemeen prima en ook de bakkleur van de meeste partijen is goed”, stelt Jorrit. “En dat is weer positief voor het rendement en de kwaliteit van de friet.”